Apotheken Haaksbergen

Hondsdolheid is een virusinfectie van de hersenen die altijd dodelijk verloopt. Het is daarom van belang om hondsdolheid te voorkomen. Het virus wordt verspreid via het speeksel van besmette zoogdieren (o.a. honden, katten, apen en vleermuizen). Met rabiës besmette dieren zijn niet altijd te herkennen, sommige dieren dragen het virus bij zich zonder er zichtbaar last van te hebben. Verdacht is het als een dier agressief en onrustig is.

Hoe wordt rabiës overgedragen?

Het virus wordt overgebracht doordat speeksel van een besmet dier in een huidwondje of op slijmvlies van een mens terechtkomt. Dat kan gebeuren door het bijten, likken of krabben van een besmet dier. Het virus dringt het lichaam binnen door wondjes in de huid of via de slijmvliezen (ogen, mond). Als het virus eenmaal in het zenuwstelsel terechtkomt, zal de ziekte hondsdolheid zich ontwikkelen en is er geen genezing mogelijk. Men kan wel voorkómen dat het virus in het zenuwstelsel terechtkomt.

Hoe voorkom je rabiës?

  • Vermijd krabben, likken en beten van zoogdieren in gebieden waar hondsdolheid voorkomt en raak dode dieren niet aan.
  • Laat u direct behandelen bij een beet, krab of lik van een mogelijk besmet dier: maak de wond goed schoon met water en zeep en ontsmet deze met Betadine of alcohol 70%. Zoek daarna zo snel mogelijk medische hulp.
  • Overweeg inenting tegen rabiës van tevoren
    Deze inenting bestaat uit een serie van 2 injecties, gegeven op dag 0 en dag 7. Dit geeft een basisbescherming tegen hondsdolheid. U hebt na een besmetting wél nog 3 injecties extra nodig. Hiermee moet liefst binnen 24 uur begonnen worden. Na een mogelijke besmetting moet u dus toch altijd meteen medische hulp zoeken, ook al bent u gevaccineerd.

Hoe herken je rabiës?

Er is na de besmetting een incubatietijd waarvan de lengte vooral afhangt van de plaats waar men gebeten wordt: hoe verder van de hersenen, hoe langer de incubatietijd. Beten in het gezicht hebben de kortste incubatietijd. In deze tijd reist het virus via de zenuwbanen omhoog naar het centraal zenuwstelsel. De incubatietijd kan van 2 weken tot vele maanden bedragen; tot 2 jaar is beschreven.

De symptomen kunnen nogal wisselen, meestal begint het met aspecifieke symptomen: lichte koorts, algehele malaise, hoofdpijn en verminderde eetlust, zere keel en misselijkheid komen veel voor, gevolgd door prikkelbaarheid, verhoogde spierspanning en overgevoeligheid voor fel licht en harde geluiden. De belangrijkste diagnostische symptomen zijn echter abnormale gevoelens in het gebeten lichaamsdeel. Een gevoel van pijn, koude, jeuk of tintelen treedt bij 80% van de patiënten op. Langzaam treedt er een verhoogde prikkelbaarheid op, soms met spierkrampen. Hierna ontstaan verlammingsverschijnselen en uiteindelijk coma en overlijden. Er zijn wereldwijd maar enkele gevallen beschreven van mensen die rabiës hebben overleefd.

Welke medische hulp heeft u nodig?

Als u van te voren niet tegen rabiës bent ingeënt moeten, na een mogelijke besmetting met rabiës, de volgende maatregelen worden genomen:

  • Liefst binnen 24 uur moet antiserum MARIG (human anti-rabies immunoglobulin) gegeven worden. Vaak is antiserum niet direct voorradig, neem in dit geval direct contact op met het alarmnummer van uw verzekering dan zullen zij proberen het antiserum zo snel mogelijk bij u te krijgen.
  • U moet zo snel mogelijk beginnen met een serie van (meestal) 5 injecties met het rabiësvaccin die in de loop van een maand gegeven worden.
  • U moet antibiotica en zonodig een tetanus vaccinatie krijgen (zit in de DTP vaccinatie).

Als u zich van te voren wél hebt laten vaccineren tegen rabiës heeft u nog drie herhalingsinjecties met rabiësvaccin nodig. Ook hiermee moet liefst binnen 24 uur begonnen worden. Ook een eventuele wond moet verzorgd en behandeld worden, zodat u na een mogelijke besmetting met rabiës is het het beste altijd direct medische hulp te zoeken.

Neem bij terugkomst in Nederland contact op met de GGD of de huisarts

Wie moet overwegen zich tegen rabiës te laten inenten?

Het is verstandig om in te enten tegen rabiës voor:

  • iedereen die langer dan 3 maanden in Afrika, Azië of Zuid-Amerika verblijft;
  • mensen die veel met zoogdieren in aanraking komen in Afrika, Azië of Zuid-Amerika;
  • fietsers, wandelaars of grotonderzoekers die meer kans hebben om door honden of vleermuizen gebeten te worden.

Wat zijn de voordelen om van tevoren tegen rabiës ingeënt te zijn?

  • U hebt na een beet geen antiserum nodig. Dit is in minder ontwikkelde landen meestal niet verkrijgbaar of van slechte kwaliteit.
  • U hebt na een beet maar 3 injecties met rabiësvaccin nodig, in plaats van 5. De vaccinaties zijn in minder ontwikkelde landen vaak van slechte kwaliteit waardoor ze veel bijwerkingen hebben.
  • U hoeft bij een volgende reis meestal niet opnieuw gevaccineerd te worden tegen rabiës, u heeft dan al de basisbescherming.